Hoofdstuk 9a   ________________________________________________________________________


EVP en Instrumentele Transcommunicatie (ITC)

Reeds tijdens mijn studie parapsychologie en psychologie aan de RU in Utrecht raakte ik bekend met het verschijnsel "Instrumentele Trans Communicatie" (ITC), dat toen nog meestal "gedachtenfotografie" werd genoemd.
Het was vooral Ted Serios, die in de zestiger jaren van de vorige eeuw furore had gemaakt door tijdens wetenschappelijke streng gecontroleerde experimenten, onder leiding van de Amerikaanse psycholoog prof.Jule Eisenbud, duidelijk herkenbare en onverklaarbare paranormale beelden op Polaroid foto's te "projecteren".

Uiteraard kreeg Eisenbud allerlei bevooroordeelde en ondeskundige kritiek te verduren in de trant van: "dat kan toch niet, dus is het het waar".
Blijkbaar was dit op het eerste gezicht onbegrijpelijke fenomeneen een soort "inconvenient truth" voor veel wetenschappers. In plaats van het te onderzoeken, zodat het wellicht te begrijpen is, werd ook dit verschijnsel, net als EVP, direkt in de onwetenschappelijke, maar oh zo veilige prullenbak gegooid.
Dat Ted Serios zelfs in een Faradaykooi, zonder enig contact met de camera, ook ITC-beelden op camera's wist te "toveren", in het bijzijn van prof.Eisenbud en vele andere zeer kritische wetenschappers, werd maar liever totaal genegeerd door het vaak aprioristische wetenschappelijke establishment.

Wat deze sceptici en debunkers en passant maar even over het hoofd zagen was het feit dat dit vreemde verschijnsel al talloze malen was en later werd geconstateerd bij andere experimentators, wereldwijd en onafhankelijk van elkaar. Al vrijwel direkt na de uitvinding van de fotografie werd dit paranormale ITC-fenomeen op de toen nog fotografische plaat ontdekt. Veel later zou dit merkwaardige verschijnsel zich ook voordoen bij analoge, digitale foto, video en polaroidcamera's.

Mijn eigen ervaringen op dit ITC-gebied dateren van 2005, toen ik via EVP-experimenten Leon Stam leerde kennen. Leon had naast dit paranormale onderzoek van EVP fotograferen als hobby en hij had ontdekt dat op zijn foto's van wateroppervlakten soms "gezichten" te zien waren, die niets met inbeelding of "pareidolie" te maken hadden. Verderop in dit hoofdstuk ga ik uitgebreid in op deze foto's van Leon.

Door dit contact met Leon kon ik nu deze ITC-verschijnselen voor het eerst in de praktijk zelf waarnemen en toetsen. Na jaren analyseren van zijn paranormale foto's is mijn belangrijkste conclusie dat deze duidelijk zichtbare paranormale fotografische beelden geen directe relatie vertonen met de eigen bewuste of onbewuste gedachten van Leon. De afbeeldingen worden vaak totaal niet herkend door hem. Een verschijnsel dat we ook zien bij Ted Serios, Kiyoto en veel andere ITC'ers.
Wel lijken de personen die deze ITC-verschijnselen kunnen oproepen als een soort "katalysator" te fungeren in het oproepen van dergelijke duidelijk zichtbare paranormale beelden, maar geheel los lijken te staan van hun eigen gedachtenbeelden.

Na diepgaand onderzoek van dit ITC-fenomeen in de praktijk en in de vele literatuur op dat gebied, is mijn persoonlijke theorie dat hier sprake lijkt te zijn van het fotografisch registreren van "helderziende beelden", die op een of andere kwantumfysische manier worden gechanneld.
Ook begaafde paragnosten geven vaak aan dat ze volslagen onbekende beelden zien, soms in de vorm van series "filmbeeldjes", die betrekking hebben op momenten uit het verleden of heden en soms uit de toekomst. Wellicht ligt bij het verkrijgen van deze "beelden" een belangrijke vergelijking.

Het lijkt erop dat gebeurtenissen op een of andere manier holografisch zijn ingeprint in de kwantumfysische tijd-ruimte-continuum om ons heen. Het is alsof ze "ergens" vastliggen als een soort film en dat sommige personen deze filmbeeldjes als katalysator zowel subjectief als objectief kunnen oproepen.
Paranormale impressies van deze gebeurtenissen zijn echter altijd in meerdere of mindere mate "vertekend". Ook prof.Eisenbud constateerde deze vertekeningen bij Ted Serios, na jarenlange experimenten met hem. Ze deden hem sterk denken aan de vertekeningen in het beelddenken tijdens onze dromen.


VISUELE HELDERZIENDE OF MEDIAMIEKE FOTO'S ?

Na de ontdekking van EVP-verschijnselen door Jürgenson en Raudive, kregen steeds meer experimentators ook te maken met paranormale "neven-verschijnselen", zoals EVP-stemmen die doorkwamen via de normale telefoon, via de radio en TV en in enkele gevallen "paranormale teksten" via de computer. Daarnaast ontstonden soms ook visuele "beelden" op TV-schermen zonder zender. Hiervan konden dan weer video-opnames worden gemaakt! Een soortgelijk verschijnsel was het ontstaan van "paranormale beelden" op fotografische plaat, via polaroid, gewone fotocamera's en later digitale fotocamera's.

Men heeft al deze verschijnselen, inclusief EVP, onder één noemer willen brengen. Zo werd de verzamelnaam "Instrumentele TransCommunicatie" (ITC) geintroduceerd. Het was Prof. Ernst Senkowski, die in 1989 het boek "Instrumentelle Trans-Kommunikation, Dialog mit dem Unbekannten" in Duitsland uitbracht. Daarin worden al deze nieuwe "paranormale communicatie-verschijselen" onderzocht en zoveel mogelijk geanalyseerd.

Ik zal daar enkele voorbeelden van geven. Zo kreeg sinds 1985 de Duitser Klaus Schreiber, wiens 2 echtgenotes en dochter overleden waren, op zijn TV paranormale beelden door, waarbij gezichten van overleden personen te zien waren. Van die TV-beelden (zonder zenderinstelling) maakte hij video-opnames. Vervolgens plugde hij de output van de video-camera weer in de TV, zodat er een "feedback-looping" ontstond. In de TV-mist ontstonden dan langzaam gezichtsvormen, die weer opgenomen of gefotografeerd konden worden. Op deze beelden waren veelvuldig zijn dochter en echtgenotes te zien, maar ook anderen, zoals bijvoorbeeld de EVP-pionier Konstantin Raudive, na diens overlijden in 1974.

Deze verschijnselen werden ook bij andere experimentators geconstateerd. Toen Friedrich Jürgenson in 1987 overleed, maakte zijn vriend Claude Thorlin op de dag van Jürgenson's begrafenis, 21 october 1987, foto-opnames van een leeg TV-scherm. Precies 22 minuten nadat de begrafenisceremonie honderden kilometers verderop was begonnen, kregen Thorlin en zijn vrouw het onmiskenbare gezicht van Jürgenson op hun scherm en maakten er foto's van.

ITC-foto's van Leon Stam en orbs

Tijdens een bijeenkomst van EVP-onderzoekers ontmoette ik voor het eerst Leon Stam, die sinds 1983 met EVP- en ITC-verschijnselen experimenteert. Daarbij aanwezig waren ook Jean de Meulder, Michel van Akkeren en Dorinda Slagter, allen jarenlange EVP-ers. Op die meeting bij mij thuis, werd ik voor het eerst geconfronteerd met dit ITC- verschijnsel. Leon en Michel maakten tijdens de experimenten foto's met een digitale camera. Op een van de foto's van Leon was op de muur achter Jean een "mannengezicht" met een baard te zien. Die avond "ontstonden" er nog meer gezichten. Een daarvan in de ruiten van 2 openslaande deuren en nog een foto op een glimmend oppervlak, ontegenzeggelijk van mijn beide overleden ouders. Het gezicht van mijn moeder lijkt op een oude jeugdfoto van haar.

Ook werden er diverse "orbs" op de foto's geconstateerd (ronde lichtbollen of bolletjes met een structuur van binnen). Dergelijke lichtbolletjes had ik nog nooit op mijn foto's geconstateerd (behalve dan de bekende reflectieverschijnselen op de lens bij foto's tegen de zon in). Ik fotografeer al vele jaren en het verschijnsel was dus absoluut nieuw voor me! Na die opname-sessie in 2005 kreeg ik deze "orbs" echter in toenemende mate op mijn digitale foto's en notabene vrijwel alleen als ik EVP-stemmen opnam! Er bestond dus blijkbaar een duidelijke relatie tussen EVP-opnames en orbs! Als ik geen EVP-opnames maakte, stonden er ook absoluut geen orbs op mijn foto's... De orbs hadden bovendien een bepaalde inwendige "structuur".
 

 

Deze structuur is niet aanwezig bij de bekende lichtreflecties op de bolle cameralens (die je ook bij video-opnames ziet als de zon op de lens reflecteert). Deze ronde lichtreflecties op de lens zijn n.l. "vlak".
De orbs stonden ook op foto's, waarbij géén flitslicht werd gebruikt en een interessant verschijnsel was dat wanneer er op een foto een aantal orbs stilstaand waren gefotografeerd, soms op dezelfde foto een of meerdere andere orbs in "beweging" waren.
Ook dit is onverklaarbaar met de lichtreflectie-theorie.


Veel critici en debunkers van deze orb-verschijnselen proberen dit weg te wuiven als zouden het de bekende zon- of lichtreflecties zijn, stofdeeltjes op de lens of nevel- en waterdruppels. Maar dat is absoluut geen verklaring voor "paranormale orbs". Zo zijn er foto's bekend van orbs die zich half "verschuilen" achter iemands schouder of half achter een boom. Ze zijn ook overdag, zonder flitslicht zichtbaar op foto's. En vooral dieren schijnen ze te kunnen zien (proberen er soms naar te happen), zoals blijkt uit de talrijke foto's van orbs die op Google te vinden zijn.

En last but not least: ze zijn blijkbaar "oproepbaar" en komen alleen tevoorschijn als er EVP-opnames worden gemaakt of als er een duidelijk verband met een overledene bestaat (zoals bijvoorbeeld een bezoek aan een kerkhof). Ook komen ze frequenter voor als er dieren of kinderen op de foto staan. Met mijn digitale foto's heb ik ook geëxperimenteerd met alle soorten stofdeeltjes, waterdruppels en lichtreflecties, maar die zien er absoluut anders uit. Na uitvoerige bestudering moet ik tot de conclusie komen dat mijn orbs althans "paranormaal" van oorsprong zijn.

Hoogst interessant is in dit verband het wetenschappelijke onderzoek van de fysicus dr. K.Heinemann en Prof. M.Ledwith naar deze "orb-verschijnselen". Zij schreven hierover het boek "The Orb Project" (NY 2007), naar aanleiding van 6 jaar onderzoek en uitvoerige bestudering en analyse van ca 100.000 orb-foto's, die zij ook voor een groot deel zelf maakten. In dit boek komen ze tot enkele opmerkelijke voorlopige conclusies: "Orbs bestaan werkelijk en zijn afkomstig uit een gebied dat buiten de normale menselijke perceptie ligt. Zij lijken te functioneren buiten de conventionele wetten der fysica. Het zijn energetische verschijnselen. Orbs vertonen tekenen van intelligentie. Het lijkt erop dat orbs met ons willen communiceren. Het bewijs van orb-fluoriscentie toont de mogelijkheid aan dat deze orbs binnen hun eigen fysisch gebied even solide voor henzelf zijn als onze eigen fysische realiteit solide voor ons is. Als deze hypotheses bewaarheid worden, dan zullen veel van onze conventionele voorstellingen van begrippen als "geest" en het "hiernamaals" opnieuw gedefinieerd moeten worden", aldus beide wetenschappers. De geconstateerde "communicatieve" eigenschappen van deze orbs, die ook deze 2 wetenschappers waarnamen, laten fotografeerbare orb-verschijnselen uitstekend passen binnen de definitie van "Instrumentele Trans-Communicatie" (ITC).

Prof. M.Ledwith nam in de loop van zijn onderzoek meer dan 100.000 foto's van orbs. Daarbij constateerde en registreerde hij diverse paranormale effecten, zoals het in fracties van seconden plotselinge verdwijnen van orbs om dan plaats te maken voor een ander fenomeen: plasma-achtige mistflarden.
Ook fotografeerde hij orbs, die blijkbaar aan het "desintegreren" waren en allerlei gaten vertoonden. Soms groepeerden deze uiteenvallende orbs zich in tunnels, die sterk op "wormholes" of vortexen lijken.
Binnen deze wormholes waren energiestralen te zien.

De kritiek dat alle orbs "lichtreflecties" zouden zijn verbleekt volledig bij het zien van deze foto's. Ledwith's foto's tonen overduidelijk aan dat het hier om paranormale en wellicht kwantumfysische verschijnselen gaat, waarbij het erop lijkt dat deze orbs zich via tunnels of wormholes verplaatsen naar een andere dimensie.

REGISTREERBARE ITC-EFFECTEN IN WATER

Om nu terug te komen op de ITC-foto's van Leon Stam; hij maakt bij zijn foto-opnames veel gebruik van spiegelende wateroppervlaktes. Dit verschijnsel van spiegelende effecten is niet onbekend in de parapsychologie. Vroeger maakte men bij het helderziend of mediamiek/spiritistisch opwekken van paranormale verschijnselen veel gebruik van dergelijke spiegelende oppervlaktes. Men denke bijvoorbeeld aan het gebruik van "kristallen bollen"("kristal-kijken"), "zwarte koffiedik" ("koffiedik-kijken"), maar ook wel van "zwarte inkt". Vandaar ook het woord "bespiegeling". Men noemt dit "in water kijken" en daarbij helderziende waarnemingen krijgen ook wel "hydromantie", of "kylikomantie", naar het Griekse woord "kylis" ("drinkschaal"), die men vroeger met water of olie vulde en die bij z.g. "orakels" werden gebruikt. Op een of andere manier "induceert" een spiegelend oppervlak blijkbaar paranormale effecten.

Achter het huis van Leon loopt een slootje, waar hij regelmatig foto's maakt bij alle weersomstandigheden, zoals bijvoorbeeld "mist". In die mistflarden of bewegende waterspiegelingen kunnen dan ineens "gezichten" of "personen" opdoemen... Als men deze foto's daarna goed bestudeert en analyseert, dan blijken er soms zaken op te staan die haast geen toeval kunnen zijn. Ik zal daar enkele voorbeelden van geven. Nadat wij een aantal keren EVP-opnames hadden gemaakt, die betrekking hadden op onze "vorige levens", kreeg Leon steeds meer beelden op zijn foto's, die op een of andere manier te maken hadden met deze "reincarnaties"(zie ook hoofdstuk 8: REINCARNATIE).

Toen ik de stemmen vroeg wie de man met baard was, die Leon had gefotografeerd op de muur tijdens een EVP-opnamesessie, kreeg ik te horen: "dat was ik, Martin!" Later kwam deze entiteit meerdere malen door en deelde mede dat hij in de 16e eeuw ook astronoom was geweest en ons beiden blijkbaar gekend had. Helaas konden we geen portret van hem vinden, maar wel een grafsteen. Op een tweede ITC-foto van Leon komt waarschijnlijk ook dezelfde Martin voor, te oordelen aan de baard en gelijkenis met de eerste foto. Hij houdt iets in zijn hand, dat een "astrolabium" zou kunnen zijn, een astronomisch instrument uit die tijd. Een derde foto lijkt op en 16e eeuwse astronoom met een wereldbol naast zich....

DE "WATERSCHAAL-EXPERIMENTEN"

Geintrigeerd door deze "water-foto's", startte Leon in 2008 met een ander soort experiment. Hij nam om de paar seconden series foto's met een digitale camera op statief van een glazen schaal gevuld met water.
Als hij in dit water roerde ontstond er na verloop van tijd een soort "mist" en in die mist, die soms een vreemde rode kleur aannam, ontwaarde hij tot zijn verbazing, alléén op de digitale foto's zelf, allerlei gezichten van mensen, maar ook van paarden en bepaalde "gebeurtenissen".

Het leek er bij het bekijken van de digitale foto's sterk op dat in de turbulentie van het draaiende water zich allerlei nogal heftige taferelen afspeelden. Leon, die zelf niets begreep van deze voorstellingen in het water, mailde me deze foto's.
Na ze een tijdje bestudeerd te hebben, kwam ik tot de ontdekking dat er zich hier op een of andere manier een soort Middeleeuws tafereel afspeelde, en wel specifiek een riddertoernooi of steekspel...

Op de eerste foto's waar de mist overging in heftige kronkelende "mistflarden" ontwaarde ik tussen deze flarden het onmiskenbare gezicht van een minstreel of nar, die op een soort doedelzak blies.
Diverse duidelijk zichtbare paarden met dekkleden van rode en witte banen en allerlei strijdtaferelen waren te herkennen. Op deze paarden zaten weer ridders.Toernooilansen, met de kenmerkende rode en witte banen (zoals in die tijd gebruikelijk) vlogen gebroken door de lucht.Er was tevens een ridder zichtbaar, die een bebloede hand toonde. Ook was een paar keer te zien dat een duidelijke z.g. "hoofdband" door de lucht vloog. Dit soort helmtrofeeën werden meestal door een jonkvrouw van tevoren aan een toernooiridder geschonken om daarmee voor haar de strijd aan te gaan.

Het leek erop dat het gezicht van een van die jonkvrouwen met een soort kroontje op haar hoofd zichtbaar was. Hetzelfde gezicht had Leon al eens lang vóór deze waterschaal-experimenten ontdekt op foto's van een wateroppervlakte achter zijn huis.
Na lang zoeken in boeken over middeleeuwse hoofdbedekkingen vond ik een afbeelding van een koninginnebeeld in de kathedraal van Naumburg in Duitsland. Daarop was een vrijwel identieke hoofdbedekking met kroontje te zien.
Ook ontdekte ik in de literatuur dat toernooien vooraf werden gegaan door minstrelen of narren met muziekinstrumenten!
Leon wist op het moment van opname niets van deze achtergronden en latere informaties.

Een hele merkwaardige ITC-foto, ook door Leon Stam gemaakt van een spiegelend wateroppervlak, vertoont iets dat in eerste instantie op een soort kindertekening lijkt van een ridder te paard. Nadere beschouwing en analyse leerde echter dat het tot in de kleinste details ging om een persoon uit een van onze beider levens... Dat laatste werd ons pas later duidelijk gemaakt in diverse EVP-mededelingen. Deze Juan van Aragon leefde in de 14e eeuw en deed in 1385 mee aan een toernooi, waarbij hij met wapenschild en banieren werd afgebeeld in de "Heraut van Gelre". Op het moment dat Leon deze foto maakte, kende hij deze afbeelding uit de "Heraut" niet! Pas veel later konden we alle details thuisbrengen.

Het lijkt erop dat alle elementen op deze foto veel te toevallig zijn om "toeval" te kunnen zijn... De ridder in het water voert een wapenschild, waarvan de diverse elementen tot in de kleinste details kloppen met diens heraldische banieren. De hoofdtooi (drakenkop) is goed te zien en deze drakenkop komt ook voor op het wapenschild in het water. Op een middeleeuwse afbeelding van Juan van Aragon zien we dat het dekkleed van zijn toernooipaard rode banen heeft, exact als de toernooipaarden in de "waterschaal-experimenten"...!

Maar hoe ontstaan deze ITC-foto's? Zijn het visuele bevestigingen, aanwijzingen van de EVP-stemmen? Zijn het gedachtenfoto's...?

Interessant is dat deze op "kindertekeningen" lijkende ITC-beelden ook bij andere experimentators voorkomen. Zo kreeg de Engelsman Staveley Bulford in 1921 het beeld van een cartoonachtig paard op zijn fotografische platen. Voor zijn opnames gebruikte Bulford een grote donkere kast waarin hij de nog verzegelde fotografische platen neerlegde (zie foto). Ook de EVP-onderzoeker Von Szalay kreeg dergelijke cartooneske ITC-beelden (zie verderop).

Vrij recent neemt in de V.S. Margaret Downey van de American Association of EVP/ITC met vrijwel dezelfde "waterschaal-experimenten" allerlei dieren- en mensenhoofden met een digitale fotocamera op. Zij gebruikt daarbij zo'n zelfde waterschaal als Leon Stam. Ook haar ITC-foto's vertonen duidelijk paarden, apen, katten en honden, evenals menselijke gezichten. Dit duidt erop dat deze ITC-experimenten blijkbaar uniform zijn en niet gebonden aan bepaalde personen.

Men kan zich afvragen waarom er zoveel dieren op deze ITC-foto's voorkomen? Met op de achtergrond de spiritistische hypothese in gedachten moet men echter toegeven dat het hiernamaals waarschijnlijk voor ca 99,99% zal bestaan uit allerlei overleden diervormen (als men alle insecten, etc. daarbij meerekent). De mens maakt maar een zeer klein deel uit van het hele dierenrijk...

Gedachtenfoto's (?)

Het was de Franse neuroloog Dr. H. Baraduc die in 1895 voor het eerst het woord "gedachtenfoto" gebruikte tijdens een lezing voor de Franse Academie voor Medische Wetenschappen. Hij baseerde dit op zijn jarenlange onderzoek naar paranormale effecten bij fotografische opnames. Bij het overlijden van zijn zoon André en 6 maanden later van zijn vrouw Nadine, had hij bij hun sterfbed foto's gemaakt. Hierop waren vreemde bolvormige lichtverschijnselen te zien, die hij alleen bij het onwikkelen had bemerkt.

Hij meende dat de menselijke gedachte als een "ziel" na de dood op fotografische plaat kon worden vastgelegd. Over deze experimenten schreef hij het boek L'âme humaine (1896). Hij was niet de enige in de 19e eeuw, die dergelijke verschijnselen op fotografische plaat had ontdekt, maar wel de meest betrouwbare wetenschapper op dat gebied.

Tegen het einde der 19e eeuw en de beginjaren van de 20e eeuw ontstond er een ware hausse aan "geestenfoto's", de meesten getruceerd door slimme fotografen, door portretten van overleden familieleden in te monteren achter degene die geportretteerd werd. Wellicht dat enkele van deze foto's "echte" ITC-foto's waren, maar over het algemeen waren ze onbetrouwbaar.

In die beginjaren der fotografie (na 1855) en na de opkomst van het "spiritisme" (vanaf 1848) gingen veel mensen experimenteren met deze nieuwe fenomenen. Een aantal van hen ontdekten daarbij wellicht echte paranormale verschijnselen. Zo misschien ook de Franse majoor Louis Darget, die in 1913 beweerde dat hij door "gedachtenkracht" fotografische platen had beinvloed, door deze op zijn voorhoofd te houden. Daarmee zou hij tot twee keer toe de vorm van een "fles" op de plaat hebben gekregen, door sterk aan een fles te denken. In die tijd noemde men dit ook wel "ikonographie" of "ideoplastie", dat zou ontstaan door z.g. "V-stralen".

Interessant zijn de experimenten van twee Roemeense wetenschappers, prof. B.Hasdeu van de Universiteit van Boekarest en dr.K.Istrati, die in 1893 over een afstand van 200 km telepathische beelden probeerden over te seinen naar elkaar. Op de "ingestraalde" fotografische platen waren vage, maar wel herkenbare afbeeldingen van het gezicht van Istrati zichtbaar, die langzaam in wording leken te komen. Vooral zijn neus en baard van Istrati waren goed zichtbaar.

Van 1910-1913 experimenteerde een Japanse professor met dit in die tijd de krantenkoppen halende verschijnsel van "gedachtengrafie". Het was Dr. Tomokichi Fukurai, professor in de psychologie aan de Keizerlijke Universiteit van Tokio. Zijn 2 proefpersonen waren mevr. Ikuko Nagao, de vrouw van een rechter, en Chizuko Mifume, beiden paranormaal begaafd. De proeven bestonden hieruit dat zij zich moesten concentreren op Japanse schrifttekens en deze mentaal moesten projecteren op een fotografische plaat. Een aantal keren lukte dat, naar het schijnt, hoewel de proeven niet waterdicht werden uitgevoerd. De Japanse pers maaide vol ongeloof deze professor neer, hij moest ontslag nemen en Mifume pleegde zelfmoord door gif in te nemen...

Ook Fukurai constateerde tijdens de experimenten vreemde ITC-verschijnselen, zoals "ringen" van licht om zijn eigen hoofd, waaruit gezichten leken te ontstaan. Zijn theorie daarover was: "gedachtengrafie en geestenfotografie zijn het werk van een en dezelfde kracht. Wanneer het werkt door het persoonlijk bewustzijn, dan noemen we dit gedachtengrafie; wanneer het werkt via de "supernormale" krachten van het medium, waarbij de resultaten onafhankelijk zijn van diens wil, noemt men dit "geestenfotografie".

Ted Serios

In de zestiger jaren van de vorige eeuw experimenteerde een andere psycholoog, Prof.Jule Eisenbud in Amerika met een paranormaal begaafde (?) zwerver, Ted Serios. Hij schreef daarover het boek "The World of Ted Serios, Thoughtographic Studies of an Extraordinary Mind" (1968). Eisenbud maakte met een Polaroidcamera continue foto's van zijn proefpersoon, die na de nodige alcohol in een soort opperste concentratie raakte en dan een zwart dopje ("gismo") voor de lens hield. Op sommige polaroidfoto's waren dan beelden te zien, hoofdzakelijk van gebouwen, auto's, ruimtevaartuigen, etc. Tijdens experimenten met een Duitse cameraploeg in 1968, maakte Serios eerst een schets van iets waar hij aan "dacht", in dit geval een Neanderthaler of oermens. Daarna kwamen schokkerig en in verschillende standen beelden op de Polaroidfoto's, waarop inderdaad een Neanderthaler stond. Pas later ontdekte men exact dezelfde afbeelding op een schilderij in het Museum of Natural History in Chicago...

Als men deze z.g. "gedachtenfoto's" van Serios goed bekijkt en analyseert, dan ziet men dat ze als twee druppels water lijken op het schilderij in dit museum. Alle details van de rotspartij achter de Neanderthaler en diens arm, etc. zijn exact gelijk. Vreemd is echter dat de "gedachte vooraf" van Serios (de schets) er heel anders uitziet (andere stand arm, ander gezicht) dan de Neanderthaler van het schilderij.

Men zou mogen verwachten dat iemand met een "fotografisch geheugen"(want de foto's zijn exact tot in de kleinste details gelijk aan het schilderij), ook precies de schets van tevoren goed tekent...Maar dat is hier niet het geval!

Een ander belangrijk punt dat bij de foto's van Ted Serios direct naar voren komt, is dat hij de meeste voorstellingen die spontaan op de polaroids verschenen, totaal niet herkende.
Prof. Eisenbud gaf van tevoren "targets" op, waar Serios zich op moest concentreren. Zo kreeg hij om enkele voorbeelden te noemen bij de targetfoto van een "strijkijzer" een aantal duidelijke "auto's op een snelweg". Bij een foto van een "kasteel" kreeg Serios een soort "raket in de ruimte", etc.

Vaak kwam het voor dat er hem volslagen onbekende personen op de foto's te zien waren. Zo werd Ted Serios in een faraday-kooi geplaatst en de aanwezige wetenschappers maakten buiten deze kooi foto's met polaroidcamera's, waar Serios zich op moest concentreren. Deze foto's waren dus absoluut bewijskrachtig voor een paranormale beinvloeding van Serios, omdat hij geen enkel contact had met de camera's. Tijdens deze Faradaykooi-experimenten ontstonden er zo foto's van een soort militaire parade, die Serios in het geheel niet herkende en waar hij dus absoluut op dat moment niet aan dacht!

ITC: Geregistreerde helderziende beelden ?

Het heeft er alle schijn van dat deze z.g. "gedachtenfoto's" van Ted Serios eigenlijk helemaal niet te maken hebben met zijn "gedachten", maar dat het eerder "helderziende beelden" zijn die op een of ander manier op de foto terecht kwamen. Ook bij begaafde paragnosten heeft men talloze malen geconstateerd dat zij "filmbeeldjes" zien van bepaalde gebeurtenissen.
Deze filmbeeldjes schieten langs hun geestesoog en kunnen betrekking hebben op gebeurtenissen uit het verleden, het heden of de toekomst.Zoals paragnosten goed zijn in het channelen van deze beelden naar hun eigen bewustzijn, zo zouden dan ITC'ers goed zijn in het channelen van deze beelden via objectieve registratiemiddelen als analoge en digitale fotografie.

Bijzonder interessant is in dit verband de foto van de ranch van prof.Eisenbud, die Ted Serios instraalde op een polaroid, terwijl Serios deze ranch zelf nog nooit had gezien. Op de foto die vrijwel exact op de ranch leek, was echter duidelijk te zien dat het om een moment uit het verleden moest gaan, toen Eisenbud nog geen luiken aan zijn huis had gemaakt en er nog geen deur in de voorgevel was aangebracht.
Het lijkt er dus sterk op dat Serios een helderziend moment uit het verleden op de foto had gekregen. Zonder dat hij de ranch zelfs ooit had gezien...!

Ook paranormale foto's van een Russische Vostok-raket in de ruimte, die Serios nog nooit had gezien, leken sterk op een helderziende moment-opname ergens in de ruimte zelf.Deze constateringen zetten "gedachtenfoto's" in een heel ander daglicht en perspectief. Het lijkt er eerder op dat begaafde proefpersonen als Serios en vele anderen, slechts als een soort "katalysator" functioneren bij het intunen op deze paranormale beelden.

Een ander goed voorbeeld van een dergelijke "helderziendheid in de ruimte" is de foto die de Japanner Kohichi Mita (een proefpersoon van prof.Fukurai) in 1931 wist te leveren van de "achterkant van de maan". Aangezien de maan altijd met de aarde meedraait en de achterkant in het duister gehuld is, was volslagen onbekend hoe die achterkant er in 1931 uitzag. Pas in 1959 en 1962 werden de eerste foto's daarvan gemaakt.

Opvallend is dat er grote overeenkomsten te vinden zijn wanneer men de gedachtenfoto uit 1931 vergelijkt met de latere maanfoto's. Hoewel iets vertekent, zijn er hele gebieden met inslagkraters ongeveer gelijk.
Op de plaats van inslagkraters die afwijken is op recente foto's een grote witte inslagkrater te zien, die deze mogelijk bedekt heeft. Het zou heel goed mogelijk kunnen zijn dat de foto van Mita een ouder moment in de geschiedenis van de maan weergeeft, vóórdat de grote inslagkrater dit gebied bedekte.

In de 50er jaren van de vorige eeuw had de Engelse ir. George de la Warr een camera ontwikkeld in zijn Delawarr Laboratories, die ogenschijnlijk foto's op afstand kon maken van de medische toestand van bepaalde patiënten. Met slechts een haar of een druppel bloed in de nabijheid van de camera, konden deze foto's gemaakt worden.

Het was vooral zijn vrouw Margorie de la Warr die als een soort katalysator werkte om deze foto's te krijgen. Dit resulteerde in een aantal bewijskrachtige foto's, die als ITC-verschijnselen kunnen worden aangemerkt. Ook hier laten deze opnames zien dat het hier waarschijnlijk om helderziendheid op afstand ging.

In de 70er jaren deed de Amerikaanse parapsycholoog prof. Walter Uphoff onderzoek naar een in Japan ontdekt ITC-fenomeen: de 15 jarige Masuaki Kiyota. Hij bleek dezelfde paranormale vermogens te hebben als Ted Serios. Ook hij kon onder streng gecontroleerde testcondities beelden van gebouwen en mensen toveren op polaroids. Uphoff schreef hierover zijn boek Mind over Matter, Implications of Masuaki Kiyota's PK Feats (1980).

In Japan werd Kiyota uitgebreid onderzocht door prof. T.Miyauchi, ook met diverse EEG-onderzoeken, maar deze brachten geen bijzondere hersenaktiviteiten aan het licht.
Ook recente onderzoekingen van ITC-begaafde personen door de Chinese Academy of Somatic Science in 1997 en de Japanse experimenten door prof. M.Yamamoto lieten geen afwijkende hersengolven bij ITC-ers of psychokinetisch begaafde proefpersonen zien.

Zowel Ted Serios als M.Kiyota probeerden in een later stadium, toen ze genoeg kregen van al deze niet commerciële belangstelling en al het ongeloof, te melden dat ze "alles gefaked" hadden, ondanks alle strenge testen en wetenschappelijke controles. Sceptici, debunkers en ondeskundige wetenschappers doken daar maar al te graag bovenop om deze ITC-verschijnselen meteen naar het rijk der fabelen te wensen.
Maar alle wél deskundige wetenschappers die deze experimenten uiterst kritisch en nauwlettend hadden bijgewoond, bleven zonder uitzondering achter hun bevindingen staan dat deze geconstateerde verschijnselen absoluut echt waren geweest.

Het onderzoek van prof. Tiller en Dr. Schwarz

De kwantumfysicus "Professor emeritus" William Tiller van de Stanford University (o.a. bekend van de film "What The Bleep Do We Know?") voerde in 1976 zeer interessante experimenten uit met een paranormaal begaafde student, de latere psycholoog dr.Stanislav O'Jack. Deze student had contact met hem gezocht omdat hij gedurende een lange periode had ontdekt dat zijn gemaakte foto's vreemde verschijnselen vertoonden. Als hij mensen of landschappen fotografeerde, dan waren op deze foto's vreemde slangachtige lichtverschijnselen te zien. Hij gebruikte steeds een statief, dus de oorzaak kon niet liggen in het bewegen van de fotocamera.

Als hij een fotocamera van iemand anders gebruikte, dan onstond dit vreemde effect niet, maar hij ontdekte dat wanneer hij de camera van een ander een tijd bij zich droeg, ook weer dezelfde "paranormale" verschijnselen hiermee ontstonden. En als een andere persoon de fotocamera, die een tijdje in het "bioveld" van Stan was geweest, gebruikte, dan maakte ook deze persoon vreemde paranormale foto's gedurende een periode variërend van 1 tot ca 10 uur.

Prof. Tiller vond de foto's zo intrigerend, dat hij een serie gecontroleerde experimenten met Stanislav ondernam.Daarbij werden de "energetisch ingestraalde" camera van Stan naast een "niet ingestraalde" camera van de universiteit samen op eenzelfde statief gemonteerd en liet men beide fototoestellen op exact hetzelfde moment opnames maken. De films in de camera's werden door mensen van de Stanford universiteit zelf geladen en waren splinternieuw. Stan mocht daar niet aankomen. Het bizarre was dat de universiteitscamera "normale" foto's te zien gaf, maar op de foto's van de door Stan ingestraalde camera werden hele vreemde effecten geconstateerd, die fysisch onverklaarbaar waren.

Zo was op een van de foto's een groepje van 3 mensen gefotografeerd, die bij een schoolbord stonden. Op de foto van het door Stan ingestraalde fototoestel waren vreemde dingen te zien. De persoon, die vóór het schoolbord stond was half verdwenen en "transparant" geworden. Het leek of men dwars door hem heen kon kijken en het schoolbord achter hem was in z'n geheel zichtbaar! Bovendien leek het of de vrouw die naast hem stond haar beenpositie en houding had veranderd, terwijl beide foto's in dezelfde fractie van een seconde waren genomen. Ook de man leek zijn positie te hebben veranderd, want naast zijn twee benen is nog een ander been zichtbaar. Uit zowel de man als de vrouw kwamen ook vreemde slangachtige lichtbanen (zie foto).

De Amerikaanse psychiater dr.Berthold Schwarz deed vanaf 1967 onderzoek naar de ITC-verschijnselen bij Stella Lansing, een huisvrouw uit Palmer, Massachusetts. Zij maakte foto's en zelfs filmopnames van deze ITC-verschijnselen. Deze bestonden uit lichtfenomenen in bolvorm, vergelijkbaar met orbs. Soms konden deze in een soort kring gegroepeerd zijn. Maar ook ITC-opnames van "gezichten" werden door haar op de fotocamera vastgelegd. Dit ging samen met EVP-achtige stemmen tijdens de opnames.

Interessant zijn ook de experimenten die de parapsycholoog Raymond Bayless in 1952 samen met Attila von Szalay uitvoerde. Daarbij werd een proefpersoon, mevr. Michaela Kelly, onder hypnose gebracht en onder haar hand werd een stuk fotopapier gelegd. Na afloop van de hypnose werd dit fotopapier ontwikkeld in ontwikkelvloeistof en daarbij ontstond het ITC-beeld, een beetje cartoonachtig, van een vrouw met een hoofddoek en de letters "Nad". Het bleek een afbeelding van haar recent overleden huishoudster "Naddie" te zijn...! Tijdens haar leven had deze vrouw steeds een hoofddoek gedragen.
Hier lijkt het dus te gaan om een spiritistisch te verklaren ITC-verschijnsel.

Hoe werkt ITC ?

Interessant is dat soms bij ITC-begaafde personen verschijnselen zijn gefotografeerd, die sterk lijken op orb-fenomenen en gecentreerd lijken te zijn op of vanuit hun voorhoofd.
Zo werd er bij Ted Serios op het moment dat deze zich sterk concentreerde om een ITC-foto te maken, een grote ronde bolvorm gefotografeerd, die uit zijn voorhoofd leek te komen. Zelf ontdekte ik dat eveneens op een in 2005 genomen foto van Leon Stam bij mij thuis. Ook bij hem was een soort orb op zijn voorhoofd te zien.

In de parapsychologische literatuur ontdekte ik nog veel meer van dat soort foto's uit het verleden. Eind 19e eeuw waren bij dr. H.Baraduc dergelijke "lichtbollen" zichtbaar vlakbij zijn hoofd. Ook dr.J.Ochorowicz fotografeerde ronde witte bollen vlakbij het gezicht van zijn proefpersonen. Bij Louis Darget, die al in 1913 gedachtenfoto's publiceerde, was op een portretfoto ook een dergelijke orb op zijn voorhoofd zichtbaar.

Zo waren er meerdere ITC- fotografen die dat soort identieke lichtbollen constateerden, zoals de Engelse fotograaf M.Vearncombe en de Amerikaan William Hope. Vaak ontstonden uit deze bolvormige lichtverschijnselen langzamerhand paranormale "gezichten". Dat laatste is ook duidelijk waar te nemen op de bewegende beelden die de Duitse ITC-onderzoeker Klaus Schreiber in 1985 opnam van de witte ruis op een televisiescherm dat niet op een zender was afgestemd. De lichtbollen bouwden zich langzaam op tot gezichten van hem bekende overleden vrienden en familieleden.

Maar wat zijn deze lichtverschijnselen? Is hier toch sprake van een soort energievorm bij het instralen van ITC-beelden? Het is echter vreemd dat recente Japanse onderzoeken geen noemenswaardige hersenaktiviteiten hebben waargenomen bij psychokinetisch begaafde proefpersonen.
Er bestaan verschillende theorieën over ITC-fenomenen. Is er sprake van een soort ordenende paranormale "kracht", die net als bij ijzervijlsel op een stuk papier met een magneet eronder, zich kan groeperen tot iets dat zichtbaar en herkenbaar is ? (net zoals geluid zich op magnetische bandrecordertape kan groeperen). Zoiets als de theorie van "morphic resonance" en "morphic fields" van de bioloog Rupert Sheldrake?

Of zou het bij ITC gaan om spontaan opgevangen beelden uit een soort holografisch ruimte-tijd continuum, waarin gebeurtenissen uit het verleden wellicht kwantumfysisch vastgelegd zijn?
Mijn persoonlijke constatering bij deze ITC-verschijnselen, die Leon Stam met zijn fotocamera opneemt, is dat hij absoluut niet mediamiek begaafd lijkt te zijn. Datzelfde was ook absoluut niet te bespeuren bij de vele andere ITC-ers als Ted Serios, Masuaki Kiyota, Klaus Schreiber, George de la Warr, John Myers, Stella Lansing, Madge Donahue, Sinesio Darnell, Seymour Locks, Henry Silanov, Joseph Veilleux, dr. Andrew von Salza, Louis Darget, etc . Het lijkt er op dat dergelijke verschijnselen spontaan kunnen voorkomen en door toeval bij iemand geconstateerd worden en wellicht universeel bij iedereen mogelijk kunnen zijn.

HOLOGRAFISCH UNIVERSUM ?

Is ons universum een gigantische hologram? Deze intrigerende theorie is afkomstig van de kwantumfysicus prof. Craig Hogan. Hij is directeur van het Fermilab Center for Particle Physics, Illinois V.S. en Hogan uitte in het januarinummer 2009 van de New Scientist deze opzienbarende hypothese.
Hij bespreekt daarin de resultaten van de GEO-600 experimenten, die sinds zeven jaar in de buurt van Sarstedt in Duitsland, worden uitgevoerd met een laserdetector die op zoek is naar zwaartekrachtgolven in het heelal.

Steeds meer kwantumfysische ontdekkingen en theorieën geven ons een beter begrip van het universum om ons heen. Wel worden ze nog vaak met de nek aangekeken door de wetenschappelijke orthodoxe mainstream, net als trouwens parapsychologische ontdekkingen. Zij laten dan het z.g."gezonde verstand" prevaleren, maar als er nooit wetenschappers waren geweest die aan dit gezonde verstand hadden getwijfeld, dan konden we de meeste uitvindingen zoals gloeilampen, radio, televisie, auto's, vliegtuigen, telefoon, ruimtevaart, computer etc. wel vergeten en woonden we nu nog in grotten...

Gelukkig wint een nieuwe wetenschappelijke attitude tegenover kwantumfysische en parapsychologische verschijnselen steeds meer terrein en dat is maar goed ook, want ze kunnen voor ons inzicht in het omringende universum erg belangrijk zijn.  Oude, conservatieve opvattingen stroken vaak niet met dergelijk nieuw feitenmateriaal en zij kunnen die verschijnselen dan ook niet objectief verklaren.

Het was de Nobelprijswinnaar prof. Max Planck, grondlegger van de kwantumfysica, die meende: "Nieuwe wetenschappelijke waarheden triomferen niet door tegenstanders daarvan het licht te laten zien, maar eerder omdat deze sceptici op den duur uitsterven en een nieuwe generatie ermee opgroeit, die ze als heel normaal accepteert".

De voornoemde holografische theorie was reeds lang geleden door een leerling van Einstein, prof. David Bohm geopperd. In 1982 kreeg deze theorie support door de Franse fysicus prof. Alain Aspect, die in Parijs aantoonde dat subatomaire deeltjes, waar ons universum uit bestaat, een onmiskenbare holografische eigenschap bezitten. Hij bewees dat deze deeltjes (electronen) ogenblikkelijk met elkaar kunnen communiceren ondanks de afstand en de lichtsnelheid, hoe ver ze ook uit elkaar verwijderd worden. Men noemt dit wel non-lokale kwantumverstrengeling oftewel "entanglement".

Dit fenomeen is waarschijnlijk ook werkzaam bij het parapsychologische verschijnsel telepathie, waar ook op hetzelfde ogenblik iemands gedachte communiceert met de gedachte van een ander, ongeacht de afstand en soms sneller dan de lichtsnelheid. Mogelijk geldt dit zelfde principe tevens bij helderziendheid.

Ook de Nederlandse Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft en de fysicus Leonard Susskind kwamen in 1993 met de theorie dat dit holografische principe van toepassing zou kunnen zijn op ons universum; dat onze dagelijkse ervaringen en bezigheden een soort driedimensionale projectie zouden kunnen zijn van processen die ergens in een andere dimensie plaatsvinden. Hooft en Susskind veronderstelden dat er aan het einde van de kosmos een rand of grens bestond, waar alles overging in een andere dimensie.

De fysicus prof. Bohm van de Universiteit van Londen lijkt langzaamaan posthuum gelijk te krijgen: hij stond achter de theorie dat ons zo tastbare universum slechts een holografische fantasiebeleving is, een gigantisch gedetailleerd hologram, dat mogelijk in verbinding staat met een andere dimensie.
Samen met de Stanford neuroloog prof.Karl Pribram kwam hij tot de theorie dat onze hersenen of ons bewustzijn op dezelfde manier holografisch informatie kunnen verwerken.

Nieuwe ITC- en EVP-theorie

Het lijkt er sterk op dat zowel ITC- als EVP-verschijnselen enige verwantschap met elkaar hebben.
Bij ITC is sprake van visuele paranormale "gedachtenbeelden" van gebeurtenissen of objecten, die zowel analoog als digitaal op foto of film zichtbaar kunnen worden gemaakt. Deze gedachtenbeelden zijn vooralsnog van onbekende herkomst, maar het lijkt hier te gaan om helderziende impressies, die zeer realistisch kunnen zijn, maar ook vaak enigszins vervormd zijn of zelfs kunnen lijken op illustraties.
Zij lijken in een eerste fase te ontstaan uit bolvormige of flardenachtige lichtverschijnselen. De indruk wordt vaak gewekt dat er achter deze ITC-beelden een boodschap, m.a.w. een intelligent en communicatief doel zit.

Daarom dekt de term ITC: Instrumentele Trans Communicatie de lading beter dan "gedachtenfotografie". Het lijkt er sterk op dat onze 20e eeuwse analoge of digitale apparatuur "iets" kan registreren. Wat dat iets is dient in ieder geval veel beter onderzocht te worden, dan het tot nu toe spaarzaam werd gedaan. Want het kan ons veel leren over de interactie die er blijkbaar mogelijk is tussen onze objectief registrerende apparatuur en een zijnsgebied, dat wij nog niet kennen en dat mogelijk van kwantumfysische, holografische aard is.

Bij EVP is sprake van auditieve paranormale "gedachten in taalvorm", die zowel analoog als digitaal hoorbaar kunnen worden gemaakt. De herkomst daarvan lijkt op basis van de verstaanbare EVP-mededelingen in eerste instantie het hiernamaals te zijn, maar ook tussengebieden tussen leven en dood lijken voor te komen, al of niet tijdens de slaap, droom- of comafase.

Bij ITC-verschijnselen was de aanvankelijke theorie dat dit een vorm van "gedachtenfotografie" moest zijn, waarbij in de hersenen gevormde gedachtenbeelden psychokinetisch op foto of film zouden worden geprojecteerd. Dit klopt niet met het feit dat deze op foto's verkregen ITC-beelden als volkomen onbekend worden ervaren door de ITC-ers zelf. Ze lijken eerder spontane visuele helderziende impressies zijn, zoals ook paragnosten onbekende visuele beelden op hun netvlies zien. De herkomst daarvan zou wederom het hiernamaals kunnen zijn of een tussengebied tussen onze dimensie en een andere dimensie. Ook is het mogelijk dat zij voor een deel afkomstig zijn uit onze eigen "holografische" dimensie, waar beelden van gebeurtenissen ingeprint lijken te zijn.

Zowel voor ITC- als EVP-verschijnselen geldt dat ze niet direkt herkend worden als eigen gedachten. Ook de opgenomen EVP-mededelingen vertonen een "ik-vreemd" karakter en zijn niet herkenbaar als bewuste of onderbewuste taalkundige zinnen, die de hersenen zouden projecteren. Een "animistische hypothese", die prof. Hans Bender voor EVP-verschijnselen naar voren bracht, gaat hier dus niet op. Prof. T.Fukurai dacht w.b. gedachtenfoto's aan een combinatie van eigen gedachten en gedachtenbeelden uit het hiernamaals.

Uit mijn eigen DNG/EVP-onderzoek en het ITC-onderzoek van Leon Stam is gebleken dat deze verschijnselen iets te maken moeten hebben met het in beweging brengen van golfdeeltjes.  Bij DNG/EVP zijn dat auditieve "noise-deeltjes" en bij ITC visuele "pixels". Aangezien ons zien en horen gebaseerd zijn op zintuigelijke waarnemingen van trillingen, golfpatronen en frequenties, ligt hier de bron van deze verschijnselen. Blijkbaar worden die trillingen dusdanig gemanipuleerd of getransformeerd dat onze hersenen ze ervaren als duidelijk herkenbare stemmen en beelden, die niet afkomstig zijn uit de normale zichtbare en hoorbare frequenties, maar uit een ander gebied, dat mogelijk een kwantumfysische verstrengeling vertoont.

Beide verschijnselen hebben te maken met lichtgolven (ITC) en luchtgolven (EVP), die wellicht kwantumfysisch en paranormaal aangepast of getransformeerd kunnen worden in onze eigen dimensie of vanuit de ons omringende dimensie(s). Mijn conclusie is dat het genereren van deze luchttrillingen (noise) duidelijk hoorbare communicaties tot stand kan brengen en het genereren van lichttrillingen ( b.v. watermoleculen) duidelijk zichtbare beelden tot stand kan brengen.

Dat watermoleculen mentaal beinvloedbaar lijken te zijn is geconstateerd bij het onderzoek van de Japanner dr. Masaru Emoto, hoewel deze experimenten eigenlijk niet reproduceerbaar zijn omdat geen twee watermoleculen hetzelfde zijn. Maar afgezien daarvan zijn de opnames merkwaardig. Het lijkt erop dat hier soms sprake is van ITC-effecten.

Als bij de bak water een Koreaans liedje werd afgespeeld, waarin 2 geliefden voorgoed afscheid van elkaar nemen, dan vervormde de watermolecuul tot een soort hart, waarin 2 menselijke gedaanten te zien waren. Bij de teksten "idioot!" en "ik vermoord je!" werden de kleuren donkerder en was er een soort gezicht en een gedaante te zien. Bij lieve teksten en sommige klassieke muziek waren de watermoleculen lichter van kleur en mooier van vorm.



Tenslotte is als eindconclusie voor het registreren van deze ITC- en EVP-verschijnselen blijkbaar niet een specifieke mediamieke of psychokinetische begaafdheid noodzakelijk, eerder een soort katalysator-functie, die kan ontstaan door pure nieuwsgierigheid of interesse. Het lijkt erop dat vrijwel iedereen dergelijke verschijnselen kan oproepen. Dat is althans mijn persoonlijke ervaring en overtuiging.

Hans Kennis en Leon Stam, copyright 2010-2015

 

 


 

 

© Hans Kennis