Hoofdstuk 9a
________________________________________________________________________
EVP en Instrumentele
Transcommunicatie (ITC)
Reeds tijdens mijn studie
parapsychologie en psychologie aan de RU in Utrecht raakte ik bekend met
het verschijnsel "Instrumentele Trans Communicatie" (ITC), dat toen nog
meestal "gedachtenfotografie" werd genoemd.
Het was vooral Ted Serios, die in de zestiger jaren van de vorige eeuw
furore had gemaakt door tijdens wetenschappelijke streng gecontroleerde
experimenten, onder leiding van de Amerikaanse psycholoog prof.Jule
Eisenbud, duidelijk herkenbare en onverklaarbare paranormale beelden op
Polaroid foto's te "projecteren".
Uiteraard kreeg Eisenbud allerlei bevooroordeelde en ondeskundige kritiek
te verduren in de trant van: "dat kan toch niet, dus is het het waar".
Blijkbaar was dit op het eerste gezicht onbegrijpelijke fenomeneen een
soort "inconvenient truth" voor veel wetenschappers. In plaats van het te
onderzoeken, zodat het wellicht te begrijpen is, werd ook dit
verschijnsel, net als EVP, direkt in de onwetenschappelijke, maar oh zo
veilige prullenbak gegooid.
Dat Ted Serios zelfs in een Faradaykooi, zonder enig contact met de
camera, ook ITC-beelden op camera's wist te "toveren", in het bijzijn van
prof.Eisenbud en vele andere zeer kritische wetenschappers, werd maar
liever totaal genegeerd door het vaak aprioristische wetenschappelijke
establishment.
Wat deze sceptici en debunkers en passant maar even over het hoofd zagen
was het feit dat dit vreemde verschijnsel al talloze malen was en later
werd geconstateerd bij andere experimentators, wereldwijd en onafhankelijk
van elkaar. Al vrijwel direkt na de uitvinding van de fotografie werd dit
paranormale ITC-fenomeen op de toen nog fotografische plaat ontdekt. Veel
later zou dit merkwaardige verschijnsel zich ook voordoen bij analoge,
digitale foto, video en polaroidcamera's.
Mijn eigen ervaringen op dit ITC-gebied dateren van 2005, toen ik via
EVP-experimenten Leon Stam leerde kennen. Leon had naast dit paranormale
onderzoek van EVP fotograferen als hobby en hij had ontdekt dat op zijn
foto's van wateroppervlakten soms "gezichten" te zien waren, die niets met
inbeelding of "pareidolie" te maken hadden. Verderop in dit hoofdstuk ga
ik uitgebreid in op deze foto's van Leon.
Door dit contact met Leon kon ik nu deze ITC-verschijnselen voor het eerst
in de praktijk zelf waarnemen en toetsen. Na jaren analyseren van zijn
paranormale foto's is mijn belangrijkste conclusie dat deze duidelijk
zichtbare paranormale fotografische beelden geen directe relatie vertonen
met de eigen bewuste of onbewuste gedachten van Leon. De afbeeldingen
worden vaak totaal niet herkend door hem. Een verschijnsel dat we ook zien
bij Ted Serios, Kiyoto en veel andere ITC'ers.
Wel lijken de personen die deze ITC-verschijnselen kunnen oproepen als een
soort "katalysator" te fungeren in het oproepen van dergelijke duidelijk
zichtbare paranormale beelden, maar geheel los lijken te staan van hun
eigen gedachtenbeelden.
Na diepgaand onderzoek van dit ITC-fenomeen in de praktijk en in de vele
literatuur op dat gebied, is mijn persoonlijke theorie dat hier sprake
lijkt te zijn van het fotografisch registreren van "helderziende beelden",
die op een of andere kwantumfysische manier worden gechanneld.
Ook begaafde paragnosten geven vaak aan dat ze volslagen onbekende beelden
zien, soms in de vorm van series "filmbeeldjes", die betrekking hebben op
momenten uit het verleden of heden en soms uit de toekomst. Wellicht ligt
bij het verkrijgen van deze "beelden" een belangrijke vergelijking.
Het lijkt erop dat gebeurtenissen op een of andere manier holografisch
zijn ingeprint in de kwantumfysische tijd-ruimte-continuum om ons heen.
Het is alsof ze "ergens" vastliggen als een soort film en dat sommige
personen deze filmbeeldjes als katalysator zowel subjectief als objectief
kunnen oproepen.
Paranormale impressies van deze gebeurtenissen zijn echter altijd in
meerdere of mindere mate "vertekend". Ook prof.Eisenbud constateerde deze
vertekeningen bij Ted Serios, na jarenlange experimenten met hem. Ze deden
hem sterk denken aan de vertekeningen in het beelddenken tijdens onze
dromen.
VISUELE HELDERZIENDE OF MEDIAMIEKE FOTO'S ?
Na de ontdekking van EVP-verschijnselen
door Jürgenson en Raudive, kregen steeds meer experimentators ook te maken
met paranormale "neven-verschijnselen", zoals EVP-stemmen die doorkwamen
via de normale telefoon, via de radio en TV en in enkele gevallen
"paranormale teksten" via de computer. Daarnaast ontstonden soms ook
visuele "beelden" op TV-schermen zonder zender. Hiervan konden dan weer
video-opnames worden gemaakt! Een soortgelijk verschijnsel was het
ontstaan van "paranormale beelden" op fotografische plaat, via polaroid,
gewone fotocamera's en later digitale fotocamera's.
Men heeft al deze verschijnselen,
inclusief EVP, onder één noemer willen brengen. Zo werd de verzamelnaam
"Instrumentele TransCommunicatie" (ITC) geintroduceerd. Het was Prof.
Ernst Senkowski, die in 1989 het boek "Instrumentelle Trans-Kommunikation,
Dialog mit dem Unbekannten" in Duitsland uitbracht. Daarin worden al deze
nieuwe "paranormale communicatie-verschijselen" onderzocht en zoveel
mogelijk geanalyseerd.
Ik zal daar enkele voorbeelden van
geven. Zo kreeg sinds 1985 de Duitser Klaus Schreiber, wiens 2 echtgenotes
en dochter overleden waren, op zijn TV paranormale beelden door, waarbij
gezichten van overleden personen te zien waren. Van die TV-beelden (zonder
zenderinstelling) maakte hij video-opnames. Vervolgens plugde hij de
output van de video-camera weer in de TV, zodat er een "feedback-looping"
ontstond. In de TV-mist ontstonden dan langzaam gezichtsvormen, die weer
opgenomen of gefotografeerd konden worden. Op deze beelden waren
veelvuldig zijn dochter en echtgenotes te zien, maar ook anderen, zoals
bijvoorbeeld de EVP-pionier Konstantin Raudive, na diens overlijden in
1974.
Deze verschijnselen werden ook bij
andere experimentators geconstateerd. Toen Friedrich Jürgenson in 1987
overleed, maakte zijn vriend Claude Thorlin op de dag van Jürgenson's
begrafenis, 21 october 1987, foto-opnames van een leeg TV-scherm. Precies
22 minuten nadat de begrafenisceremonie honderden kilometers verderop was
begonnen, kregen Thorlin en zijn vrouw het onmiskenbare gezicht van
Jürgenson op hun scherm en maakten er foto's van.
ITC-foto's
van Leon Stam en orbs
Tijdens een bijeenkomst van
EVP-onderzoekers ontmoette ik voor het eerst Leon Stam, die sinds 1983 met
EVP- en ITC-verschijnselen experimenteert. Daarbij aanwezig waren ook Jean
de Meulder, Michel van Akkeren en Dorinda Slagter, allen jarenlange
EVP-ers. Op die meeting bij mij thuis, werd ik voor het eerst
geconfronteerd met dit ITC- verschijnsel. Leon en Michel maakten tijdens
de experimenten foto's met een digitale camera. Op een van de foto's van
Leon was op de muur achter Jean een "mannengezicht" met een baard te zien.
Die avond "ontstonden" er nog meer gezichten. Een daarvan in de ruiten van
2 openslaande deuren en nog een foto op een glimmend oppervlak,
ontegenzeggelijk van mijn beide overleden ouders. Het gezicht van mijn
moeder lijkt op een oude jeugdfoto van haar.
Ook werden er diverse "orbs" op de
foto's geconstateerd (ronde lichtbollen of bolletjes met een structuur van
binnen). Dergelijke lichtbolletjes had ik nog nooit op mijn foto's
geconstateerd (behalve dan de bekende reflectieverschijnselen op de lens
bij foto's tegen de zon in). Ik fotografeer al vele jaren en het
verschijnsel was dus absoluut nieuw voor me! Na die opname-sessie in 2005
kreeg ik deze "orbs" echter in toenemende mate op mijn digitale foto's en
notabene vrijwel alleen als ik EVP-stemmen opnam! Er bestond dus blijkbaar
een duidelijke relatie tussen EVP-opnames en orbs! Als ik geen EVP-opnames
maakte, stonden er ook absoluut geen orbs op mijn foto's... De orbs hadden
bovendien een bepaalde inwendige "structuur".
|
Veel critici en debunkers van deze orb-verschijnselen proberen dit weg te
wuiven als zouden het de bekende zon- of lichtreflecties zijn,
stofdeeltjes op de lens of nevel- en waterdruppels. Maar dat is absoluut
geen verklaring voor "paranormale orbs". Zo zijn er foto's bekend van orbs
die zich half "verschuilen" achter iemands schouder of half achter een
boom. Ze zijn ook overdag, zonder flitslicht zichtbaar op foto's. En
vooral dieren schijnen ze te kunnen zien (proberen er soms naar te
happen), zoals blijkt uit de talrijke foto's van orbs die op Google te
vinden zijn.
En last but not least: ze zijn blijkbaar
"oproepbaar" en komen alleen tevoorschijn als er EVP-opnames worden
gemaakt of als er een duidelijk verband met een overledene bestaat (zoals
bijvoorbeeld een bezoek aan een kerkhof). Ook komen ze frequenter voor als
er dieren of kinderen op de foto staan. Met mijn digitale foto's heb ik
ook geëxperimenteerd met alle soorten stofdeeltjes, waterdruppels en
lichtreflecties, maar die zien er absoluut anders uit. Na uitvoerige
bestudering moet ik tot de conclusie komen dat mijn orbs althans
"paranormaal" van oorsprong zijn.
Hoogst interessant is in dit verband het
wetenschappelijke onderzoek van de fysicus dr. K.Heinemann en Prof.
M.Ledwith naar deze "orb-verschijnselen". Zij schreven hierover het boek
"The Orb Project" (NY 2007), naar aanleiding van 6 jaar onderzoek en
uitvoerige bestudering en analyse van ca 100.000 orb-foto's, die zij ook
voor een groot deel zelf maakten. In dit boek komen ze tot enkele
opmerkelijke voorlopige conclusies: "Orbs bestaan werkelijk en zijn
afkomstig uit een gebied dat buiten de normale menselijke perceptie ligt.
Zij lijken te functioneren buiten de conventionele wetten der fysica. Het
zijn energetische verschijnselen. Orbs vertonen tekenen van intelligentie.
Het lijkt erop dat orbs met ons willen communiceren. Het bewijs van
orb-fluoriscentie toont de mogelijkheid aan dat deze orbs binnen hun eigen
fysisch gebied even solide voor henzelf zijn als onze eigen fysische
realiteit solide voor ons is. Als deze hypotheses bewaarheid worden, dan
zullen veel van onze conventionele voorstellingen van begrippen als
"geest" en het "hiernamaals" opnieuw gedefinieerd moeten worden", aldus
beide wetenschappers. De geconstateerde "communicatieve" eigenschappen van
deze orbs, die ook deze 2 wetenschappers waarnamen, laten fotografeerbare
orb-verschijnselen uitstekend passen binnen de definitie van
"Instrumentele Trans-Communicatie" (ITC).
Prof. M.Ledwith nam in de loop van zijn onderzoek meer dan
100.000 foto's van orbs. Daarbij constateerde en registreerde hij diverse
paranormale effecten, zoals het in fracties van seconden plotselinge
verdwijnen van orbs om dan plaats te maken voor een ander fenomeen:
plasma-achtige mistflarden.
Ook fotografeerde hij orbs, die blijkbaar aan het "desintegreren" waren en
allerlei gaten vertoonden. Soms groepeerden deze uiteenvallende orbs zich
in tunnels, die sterk op "wormholes" of vortexen lijken.
Binnen deze wormholes waren energiestralen te zien.
De kritiek dat alle orbs "lichtreflecties" zouden zijn verbleekt volledig
bij het zien van deze foto's. Ledwith's foto's tonen overduidelijk aan dat
het hier om paranormale en wellicht kwantumfysische verschijnselen gaat,
waarbij het erop lijkt dat deze orbs zich via tunnels of wormholes
verplaatsen naar een andere dimensie.
REGISTREERBARE ITC-EFFECTEN IN WATER
Om nu terug te komen op de ITC-foto's
van Leon Stam; hij maakt bij zijn foto-opnames veel gebruik van
spiegelende wateroppervlaktes. Dit verschijnsel van spiegelende effecten
is niet onbekend in de parapsychologie. Vroeger maakte men bij het
helderziend of mediamiek/spiritistisch opwekken van paranormale
verschijnselen veel gebruik van dergelijke spiegelende oppervlaktes. Men
denke bijvoorbeeld aan het gebruik van "kristallen
bollen"("kristal-kijken"), "zwarte koffiedik" ("koffiedik-kijken"), maar
ook wel van "zwarte inkt". Vandaar ook het woord "bespiegeling". Men noemt
dit "in water kijken" en daarbij helderziende waarnemingen krijgen ook wel
"hydromantie", of "kylikomantie", naar het Griekse woord "kylis"
("drinkschaal"), die men vroeger met water of olie vulde en die bij z.g.
"orakels" werden gebruikt. Op een of andere manier "induceert" een
spiegelend oppervlak blijkbaar paranormale effecten.
Achter het huis van Leon loopt een
slootje, waar hij regelmatig foto's maakt bij alle weersomstandigheden,
zoals bijvoorbeeld "mist". In die mistflarden of bewegende
waterspiegelingen kunnen dan ineens "gezichten" of "personen" opdoemen...
Als men deze foto's daarna goed bestudeert en analyseert, dan blijken er
soms zaken op te staan die haast geen toeval kunnen zijn. Ik zal daar
enkele voorbeelden van geven. Nadat wij een aantal keren EVP-opnames
hadden gemaakt, die betrekking hadden op onze "vorige levens", kreeg Leon
steeds meer beelden op zijn foto's, die op een of andere manier te maken
hadden met deze "reincarnaties"(zie ook hoofdstuk 8: REINCARNATIE).
Toen ik de stemmen vroeg wie de man met
baard was, die Leon had gefotografeerd op de muur tijdens een
EVP-opnamesessie, kreeg ik te horen: "dat was ik, Martin!" Later kwam deze
entiteit meerdere malen door en deelde mede dat hij in de 16e eeuw ook
astronoom was geweest en ons beiden blijkbaar gekend had. Helaas konden we
geen portret van hem vinden, maar wel een grafsteen. Op een tweede
ITC-foto van Leon komt waarschijnlijk ook dezelfde Martin voor, te
oordelen aan de baard en gelijkenis met de eerste foto. Hij houdt iets in
zijn hand, dat een "astrolabium" zou kunnen zijn, een astronomisch
instrument uit die tijd. Een derde foto lijkt op en 16e eeuwse astronoom
met een wereldbol naast zich....
DE "WATERSCHAAL-EXPERIMENTEN"
Geintrigeerd door deze "water-foto's", startte Leon in 2008
met een ander soort experiment. Hij nam om de paar seconden series foto's
met een digitale camera op statief van een glazen schaal gevuld met water.
Als hij in dit water roerde ontstond er na verloop van tijd een soort
"mist" en in die mist, die soms een vreemde rode kleur aannam, ontwaarde
hij tot zijn verbazing, alléén op de digitale foto's zelf, allerlei
gezichten van mensen, maar ook van paarden en bepaalde "gebeurtenissen".
Het leek er bij het bekijken van de digitale foto's sterk op dat in de
turbulentie van het draaiende water zich allerlei nogal heftige taferelen
afspeelden. Leon, die zelf niets begreep van deze voorstellingen in het
water, mailde me deze foto's.
Na ze een tijdje bestudeerd te hebben, kwam ik tot de ontdekking dat er
zich hier op een of andere manier een soort Middeleeuws tafereel
afspeelde, en wel specifiek een riddertoernooi of steekspel...
Op de eerste foto's waar de mist overging in heftige kronkelende
"mistflarden" ontwaarde ik tussen deze flarden het onmiskenbare gezicht
van een minstreel of nar, die op een soort doedelzak blies.
Diverse duidelijk zichtbare paarden met dekkleden van rode en witte banen
en allerlei strijdtaferelen waren te herkennen. Op deze paarden zaten weer
ridders.Toernooilansen, met de kenmerkende rode en witte banen (zoals in
die tijd gebruikelijk) vlogen gebroken door de lucht.Er was tevens een
ridder zichtbaar, die een bebloede hand toonde. Ook was een paar keer te
zien dat een duidelijke z.g. "hoofdband" door de lucht vloog. Dit soort
helmtrofeeën werden meestal door een jonkvrouw van tevoren aan een
toernooiridder geschonken om daarmee voor haar de strijd aan te gaan.
Het leek erop dat het gezicht van een van die jonkvrouwen met een soort
kroontje op haar hoofd zichtbaar was. Hetzelfde gezicht had Leon al eens
lang vóór deze waterschaal-experimenten ontdekt op foto's van een
wateroppervlakte achter zijn huis.
Na lang zoeken in boeken over middeleeuwse hoofdbedekkingen vond ik een
afbeelding van een koninginnebeeld in de kathedraal van Naumburg in
Duitsland. Daarop was een vrijwel identieke hoofdbedekking met kroontje te
zien.
Ook ontdekte ik in de literatuur dat toernooien vooraf werden gegaan door
minstrelen of narren met muziekinstrumenten!
Leon wist op het moment van opname niets van deze achtergronden en latere
informaties.
Een hele merkwaardige ITC-foto, ook door
Leon Stam gemaakt van een spiegelend wateroppervlak, vertoont iets dat in
eerste instantie op een soort kindertekening lijkt van een ridder te
paard. Nadere beschouwing en analyse leerde echter dat het tot in de
kleinste details ging om een persoon uit een van onze beider levens...
Dat laatste werd ons pas later duidelijk gemaakt in diverse
EVP-mededelingen. Deze Juan van Aragon leefde in de 14e eeuw en deed in 1385 mee aan een
toernooi, waarbij hij met wapenschild en banieren werd afgebeeld in de
"Heraut van Gelre". Op het moment dat Leon deze foto maakte, kende hij
deze afbeelding uit de "Heraut" niet! Pas veel later konden we alle
details thuisbrengen.
Het lijkt erop dat alle elementen op deze foto veel
te toevallig zijn om "toeval" te kunnen zijn... De ridder in het
water voert een wapenschild, waarvan de diverse elementen tot in de
kleinste details kloppen met diens heraldische banieren. De hoofdtooi
(drakenkop) is goed te zien en deze drakenkop komt ook voor op het
wapenschild in het water. Op een middeleeuwse afbeelding van Juan van
Aragon zien we dat het dekkleed van zijn toernooipaard rode banen heeft,
exact als de toernooipaarden in de "waterschaal-experimenten"...!
Maar hoe ontstaan deze ITC-foto's? Zijn
het visuele bevestigingen, aanwijzingen van de EVP-stemmen? Zijn het
gedachtenfoto's...?
Interessant is dat deze op
"kindertekeningen" lijkende ITC-beelden ook bij andere experimentators
voorkomen. Zo kreeg de Engelsman Staveley Bulford in 1921 het beeld van
een cartoonachtig paard op zijn fotografische platen. Voor zijn opnames
gebruikte Bulford een grote donkere kast waarin hij de nog verzegelde
fotografische platen neerlegde (zie foto). Ook de EVP-onderzoeker Von
Szalay kreeg dergelijke cartooneske ITC-beelden (zie verderop).
Vrij recent neemt in de V.S. Margaret Downey van de American Association
of EVP/ITC met vrijwel dezelfde "waterschaal-experimenten" allerlei
dieren- en mensenhoofden met een digitale fotocamera op. Zij gebruikt
daarbij zo'n zelfde waterschaal als Leon Stam. Ook haar ITC-foto's
vertonen duidelijk paarden, apen, katten en honden, evenals menselijke
gezichten. Dit duidt erop dat deze ITC-experimenten blijkbaar uniform zijn
en niet gebonden aan bepaalde personen.
Men kan zich afvragen waarom er zoveel dieren op deze ITC-foto's
voorkomen? Met op de achtergrond de spiritistische hypothese in gedachten
moet men echter toegeven dat het hiernamaals waarschijnlijk voor ca 99,99%
zal bestaan uit allerlei overleden diervormen (als men alle insecten, etc.
daarbij meerekent). De mens maakt maar een zeer klein deel uit van het
hele dierenrijk...
Gedachtenfoto's
(?)
Het was de Franse neuroloog Dr. H.
Baraduc die in 1895 voor het eerst het woord "gedachtenfoto" gebruikte
tijdens een lezing voor de Franse Academie voor Medische Wetenschappen.
Hij baseerde dit op zijn jarenlange onderzoek naar paranormale effecten
bij fotografische opnames. Bij het overlijden van zijn zoon André en 6
maanden later van zijn vrouw Nadine, had hij bij hun sterfbed foto's
gemaakt. Hierop waren vreemde bolvormige lichtverschijnselen te zien, die
hij alleen bij het onwikkelen had bemerkt.
Hij meende dat de menselijke gedachte
als een "ziel" na de dood op fotografische plaat kon worden vastgelegd.
Over deze experimenten schreef hij het boek L'âme humaine (1896). Hij was
niet de enige in de 19e eeuw, die dergelijke verschijnselen op
fotografische plaat had ontdekt, maar wel de meest betrouwbare
wetenschapper op dat gebied.
Tegen het einde der 19e eeuw en de beginjaren van de 20e
eeuw ontstond er een ware hausse aan "geestenfoto's", de meesten
getruceerd door slimme fotografen, door portretten van overleden
familieleden in te monteren achter degene die geportretteerd werd.
Wellicht dat enkele van deze foto's "echte" ITC-foto's waren, maar over
het algemeen waren ze onbetrouwbaar.
In die beginjaren der fotografie (na 1855) en na de opkomst
van het "spiritisme" (vanaf 1848) gingen veel mensen experimenteren met
deze nieuwe fenomenen. Een aantal van hen ontdekten daarbij wellicht echte
paranormale verschijnselen. Zo misschien ook de Franse majoor Louis
Darget, die in 1913 beweerde dat hij door "gedachtenkracht" fotografische
platen had beinvloed, door deze op zijn voorhoofd te houden. Daarmee zou
hij tot twee keer toe de vorm van een "fles" op de plaat hebben gekregen,
door sterk aan een fles te denken. In die tijd noemde men dit ook wel
"ikonographie" of "ideoplastie", dat zou ontstaan door z.g. "V-stralen".
Interessant zijn de experimenten van twee Roemeense
wetenschappers, prof. B.Hasdeu van de Universiteit van Boekarest en
dr.K.Istrati, die in 1893 over een afstand van 200 km telepathische
beelden probeerden over te seinen naar elkaar. Op de "ingestraalde"
fotografische platen waren vage, maar wel herkenbare afbeeldingen van het
gezicht van Istrati zichtbaar, die langzaam in wording leken te komen.
Vooral zijn neus en baard van Istrati waren goed zichtbaar.
Van 1910-1913 experimenteerde een Japanse professor met dit
in die tijd de krantenkoppen halende verschijnsel van "gedachtengrafie".
Het was Dr. Tomokichi Fukurai, professor in de psychologie aan de
Keizerlijke Universiteit van Tokio. Zijn 2 proefpersonen waren mevr. Ikuko
Nagao, de vrouw van een rechter, en Chizuko Mifume, beiden paranormaal
begaafd. De proeven bestonden hieruit dat zij zich moesten concentreren op
Japanse schrifttekens en deze mentaal moesten projecteren op een
fotografische plaat. Een aantal keren lukte dat, naar het schijnt, hoewel
de proeven niet waterdicht werden uitgevoerd. De Japanse pers maaide vol
ongeloof deze professor neer, hij moest ontslag nemen en Mifume pleegde
zelfmoord door gif in te nemen...
Ook Fukurai constateerde tijdens de experimenten vreemde
ITC-verschijnselen, zoals "ringen" van licht om zijn eigen hoofd, waaruit
gezichten leken te ontstaan. Zijn theorie daarover was: "gedachtengrafie
en geestenfotografie zijn het werk van een en dezelfde kracht. Wanneer het
werkt door het persoonlijk bewustzijn, dan noemen we dit gedachtengrafie;
wanneer het werkt via de "supernormale" krachten van het medium, waarbij
de resultaten onafhankelijk zijn van diens wil, noemt men dit
"geestenfotografie".
Ted Serios
In de zestiger jaren van de vorige eeuw experimenteerde een
andere psycholoog, Prof.Jule Eisenbud in Amerika met een paranormaal
begaafde (?) zwerver, Ted Serios. Hij schreef daarover het boek "The World
of Ted Serios, Thoughtographic Studies of an Extraordinary Mind" (1968). Eisenbud maakte met een Polaroidcamera continue foto's van zijn
proefpersoon, die na de nodige alcohol in een soort opperste concentratie
raakte en dan een zwart dopje ("gismo") voor de lens hield. Op sommige
polaroidfoto's waren dan beelden te zien, hoofdzakelijk van gebouwen,
auto's, ruimtevaartuigen, etc. Tijdens experimenten met een Duitse
cameraploeg in 1968, maakte Serios eerst een schets van iets waar hij aan
"dacht", in dit geval een Neanderthaler of oermens. Daarna kwamen
schokkerig en in verschillende standen beelden op de Polaroidfoto's,
waarop inderdaad een Neanderthaler stond. Pas later ontdekte men exact
dezelfde afbeelding op een schilderij in het Museum of Natural History in
Chicago...
Als men deze z.g. "gedachtenfoto's" van Serios goed bekijkt
en analyseert, dan ziet men dat ze als twee druppels water lijken op het
schilderij in dit museum. Alle details van de rotspartij achter de
Neanderthaler en diens arm, etc. zijn exact gelijk. Vreemd is echter dat
de "gedachte vooraf" van Serios (de schets) er heel anders uitziet (andere
stand arm, ander gezicht) dan de Neanderthaler van het schilderij.
Men zou mogen verwachten dat iemand met een "fotografisch
geheugen"(want de foto's zijn exact tot in de kleinste details gelijk aan
het schilderij), ook precies de schets van tevoren goed tekent...Maar dat
is hier niet het geval!
Een ander belangrijk punt dat bij de foto's van Ted Serios direct naar
voren komt, is dat hij de meeste voorstellingen die spontaan op de
polaroids verschenen, totaal niet herkende.
Prof. Eisenbud gaf van tevoren "targets" op, waar Serios zich op moest
concentreren. Zo kreeg hij om enkele voorbeelden te noemen bij de
targetfoto van een "strijkijzer" een aantal duidelijke "auto's op een
snelweg". Bij een foto van een "kasteel" kreeg Serios een soort "raket in
de ruimte", etc.
Vaak kwam het voor dat er hem volslagen onbekende personen op de foto's te
zien waren. Zo werd Ted Serios in een faraday-kooi geplaatst en de
aanwezige wetenschappers maakten buiten deze kooi foto's met
polaroidcamera's, waar Serios zich op moest concentreren. Deze foto's
waren dus absoluut bewijskrachtig voor een paranormale beinvloeding van
Serios, omdat hij geen enkel contact had met de camera's. Tijdens deze
Faradaykooi-experimenten ontstonden er zo foto's van een soort militaire
parade, die Serios in het geheel niet herkende en waar hij dus absoluut op
dat moment niet aan dacht!
ITC: Geregistreerde helderziende beelden ?
Het heeft er alle schijn van dat deze z.g. "gedachtenfoto's"
van Ted Serios eigenlijk helemaal niet te maken hebben met zijn
"gedachten", maar dat het eerder "helderziende beelden" zijn die op een of
ander manier op de foto terecht kwamen. Ook bij begaafde paragnosten heeft
men talloze malen geconstateerd dat zij "filmbeeldjes" zien van bepaalde
gebeurtenissen.
Deze filmbeeldjes schieten langs hun geestesoog en kunnen betrekking
hebben op gebeurtenissen uit het verleden, het heden of de toekomst.Zoals
paragnosten goed zijn in het channelen van deze beelden naar hun eigen
bewustzijn, zo zouden dan ITC'ers goed zijn in het channelen van deze
beelden via objectieve registratiemiddelen als analoge en digitale
fotografie.
Bijzonder interessant is in dit verband de foto van de ranch van
prof.Eisenbud, die Ted Serios instraalde op een polaroid, terwijl Serios
deze ranch zelf nog nooit had gezien. Op de foto die vrijwel exact op de
ranch leek, was echter duidelijk te zien dat het om een moment uit het
verleden moest gaan, toen Eisenbud nog geen luiken aan zijn huis had
gemaakt en er nog geen deur in de voorgevel was aangebracht.
Het lijkt er dus sterk op dat Serios een helderziend moment uit het
verleden op de foto had gekregen. Zonder dat hij de ranch zelfs ooit had
gezien...!
Ook paranormale foto's van een Russische Vostok-raket in de ruimte, die
Serios nog nooit had gezien, leken sterk op een helderziende moment-opname
ergens in de ruimte zelf.Deze constateringen zetten "gedachtenfoto's" in
een heel ander daglicht en perspectief. Het lijkt er eerder op dat
begaafde proefpersonen als Serios en vele anderen, slechts als een soort
"katalysator" functioneren bij het intunen op deze paranormale beelden.
Een ander goed voorbeeld van een dergelijke "helderziendheid in de ruimte"
is de foto die de Japanner Kohichi Mita (een proefpersoon van prof.Fukurai)
in 1931 wist te leveren van de "achterkant van de maan". Aangezien de maan
altijd met de aarde meedraait en de achterkant in het duister gehuld is,
was volslagen onbekend hoe die achterkant er in 1931 uitzag. Pas in 1959
en 1962 werden de eerste foto's daarvan gemaakt.
Opvallend is dat er grote overeenkomsten te vinden zijn wanneer men de
gedachtenfoto uit 1931 vergelijkt met de latere maanfoto's. Hoewel iets
vertekent, zijn er hele gebieden met inslagkraters ongeveer gelijk.
Op de plaats van inslagkraters die afwijken is op recente foto's een grote
witte inslagkrater te zien, die deze mogelijk bedekt heeft. Het zou heel
goed mogelijk kunnen zijn dat de foto van Mita een ouder moment in de
geschiedenis van de maan weergeeft, vóórdat de grote inslagkrater dit
gebied bedekte.
In de 50er jaren van de vorige eeuw had de Engelse ir.
George de la Warr een camera ontwikkeld in zijn Delawarr Laboratories, die
ogenschijnlijk foto's op afstand kon maken van de medische toestand van
bepaalde patiënten. Met slechts een haar of een druppel bloed in de
nabijheid van de camera, konden deze foto's gemaakt worden.
Het was vooral zijn vrouw Margorie de la Warr die als een soort
katalysator werkte om deze foto's te krijgen. Dit resulteerde in een
aantal bewijskrachtige foto's, die als ITC-verschijnselen kunnen worden
aangemerkt. Ook hier laten deze opnames zien dat het hier waarschijnlijk
om helderziendheid op afstand ging.
In de 70er jaren deed de Amerikaanse parapsycholoog prof.
Walter Uphoff onderzoek naar een in Japan ontdekt ITC-fenomeen: de 15
jarige Masuaki Kiyota. Hij bleek dezelfde paranormale vermogens te hebben
als Ted Serios. Ook hij kon onder streng gecontroleerde testcondities
beelden van gebouwen en mensen toveren op polaroids. Uphoff schreef
hierover zijn boek Mind over Matter, Implications of Masuaki Kiyota's PK
Feats (1980).
In Japan werd Kiyota uitgebreid onderzocht door prof. T.Miyauchi, ook met
diverse EEG-onderzoeken, maar deze brachten geen bijzondere
hersenaktiviteiten aan het licht.
Ook recente onderzoekingen van ITC-begaafde personen door de Chinese
Academy of Somatic Science in 1997 en de Japanse experimenten door prof.
M.Yamamoto lieten geen afwijkende hersengolven bij ITC-ers of
psychokinetisch begaafde proefpersonen zien.
Zowel Ted Serios als M.Kiyota probeerden in een later stadium, toen ze
genoeg kregen van al deze niet commerciële belangstelling en al het
ongeloof, te melden dat ze "alles gefaked" hadden, ondanks alle strenge
testen en wetenschappelijke controles. Sceptici, debunkers en ondeskundige
wetenschappers doken daar maar al te graag bovenop om deze
ITC-verschijnselen meteen naar het rijk der fabelen te wensen.
Maar alle wél deskundige wetenschappers die deze experimenten uiterst
kritisch en nauwlettend hadden bijgewoond, bleven zonder uitzondering
achter hun bevindingen staan dat deze geconstateerde verschijnselen
absoluut echt waren geweest.
Het onderzoek van prof. Tiller en Dr. Schwarz
De kwantumfysicus "Professor emeritus"
William Tiller van de Stanford University (o.a. bekend van de film "What
The Bleep Do We Know?") voerde in 1976 zeer interessante experimenten uit
met een paranormaal begaafde student, de latere psycholoog dr.Stanislav
O'Jack. Deze student had contact met hem gezocht omdat hij gedurende een
lange periode had ontdekt dat zijn gemaakte foto's vreemde verschijnselen
vertoonden. Als hij mensen of landschappen fotografeerde, dan waren op
deze foto's vreemde slangachtige lichtverschijnselen te zien. Hij
gebruikte steeds een statief, dus de oorzaak kon niet liggen in het
bewegen van de fotocamera.
Als hij een fotocamera van iemand anders gebruikte, dan onstond dit
vreemde effect niet, maar hij ontdekte dat wanneer hij de camera van een
ander een tijd bij zich droeg, ook weer dezelfde "paranormale"
verschijnselen hiermee ontstonden. En als een andere persoon de
fotocamera, die een tijdje in het "bioveld" van Stan was geweest,
gebruikte, dan maakte ook deze persoon vreemde paranormale foto's
gedurende een periode variërend van 1 tot ca 10 uur.
Prof. Tiller vond de foto's zo intrigerend, dat hij een serie
gecontroleerde experimenten met Stanislav ondernam.Daarbij werden de
"energetisch ingestraalde" camera van Stan naast een "niet ingestraalde"
camera van de universiteit samen op eenzelfde statief gemonteerd en liet
men beide fototoestellen op exact hetzelfde moment opnames maken. De films
in de camera's werden door mensen van de Stanford universiteit zelf
geladen en waren splinternieuw. Stan mocht daar niet aankomen. Het bizarre
was dat de universiteitscamera "normale" foto's te zien gaf, maar op de
foto's van de door Stan ingestraalde camera werden hele vreemde effecten
geconstateerd, die fysisch onverklaarbaar waren.
Zo was op een van de foto's een groepje van 3 mensen
gefotografeerd, die bij een schoolbord stonden. Op de foto van het door
Stan ingestraalde fototoestel waren vreemde dingen te zien. De persoon,
die vóór het schoolbord stond was half verdwenen en "transparant"
geworden. Het leek of men dwars door hem heen kon kijken en het schoolbord
achter hem was in z'n geheel zichtbaar! Bovendien leek het of de vrouw die
naast hem stond haar beenpositie en houding had veranderd, terwijl beide
foto's in dezelfde fractie van een seconde waren genomen. Ook de man leek
zijn positie te hebben veranderd, want naast zijn twee benen is nog een
ander been zichtbaar. Uit zowel de man als de vrouw kwamen ook vreemde
slangachtige lichtbanen (zie foto).
De Amerikaanse psychiater dr.Berthold Schwarz deed vanaf
1967 onderzoek naar de ITC-verschijnselen bij Stella Lansing, een
huisvrouw uit Palmer, Massachusetts. Zij maakte foto's en zelfs
filmopnames van deze ITC-verschijnselen. Deze bestonden uit lichtfenomenen
in bolvorm, vergelijkbaar met orbs. Soms konden deze in een soort kring
gegroepeerd zijn. Maar ook ITC-opnames van "gezichten" werden door haar op
de fotocamera vastgelegd. Dit ging samen met EVP-achtige stemmen tijdens
de opnames.
Interessant zijn ook de experimenten die de parapsycholoog Raymond Bayless
in 1952 samen met Attila von Szalay uitvoerde. Daarbij werd een
proefpersoon, mevr. Michaela Kelly, onder hypnose gebracht en onder haar
hand werd een stuk fotopapier gelegd. Na afloop van de hypnose werd dit
fotopapier ontwikkeld in ontwikkelvloeistof en daarbij ontstond het
ITC-beeld, een beetje cartoonachtig, van een vrouw met een hoofddoek en de
letters "Nad". Het bleek een afbeelding van haar recent overleden
huishoudster "Naddie" te zijn...! Tijdens haar leven had deze vrouw steeds
een hoofddoek gedragen.
Hier lijkt het dus te gaan om een spiritistisch te verklaren
ITC-verschijnsel.
Hoe werkt ITC ?
Interessant is dat soms bij ITC-begaafde personen
verschijnselen zijn gefotografeerd, die sterk lijken op orb-fenomenen en
gecentreerd lijken te zijn op of vanuit hun voorhoofd.
Zo werd er bij Ted Serios op het moment dat deze zich sterk concentreerde
om een ITC-foto te maken, een grote ronde bolvorm gefotografeerd, die uit
zijn voorhoofd leek te komen. Zelf ontdekte ik dat eveneens op een in 2005
genomen foto van Leon Stam bij mij thuis. Ook bij hem was een soort orb op
zijn voorhoofd te zien.
In de parapsychologische literatuur ontdekte ik nog veel meer van dat
soort foto's uit het verleden. Eind 19e eeuw waren bij dr. H.Baraduc
dergelijke "lichtbollen" zichtbaar vlakbij zijn hoofd. Ook dr.J.Ochorowicz
fotografeerde ronde witte bollen vlakbij het gezicht van zijn
proefpersonen. Bij Louis Darget, die al in 1913 gedachtenfoto's
publiceerde, was op een portretfoto ook een dergelijke orb op zijn
voorhoofd zichtbaar.
Zo waren er meerdere ITC- fotografen die dat soort
identieke lichtbollen constateerden, zoals de Engelse fotograaf
M.Vearncombe en de Amerikaan William Hope. Vaak ontstonden uit deze
bolvormige lichtverschijnselen langzamerhand paranormale "gezichten". Dat
laatste is ook duidelijk waar te nemen op de bewegende beelden die de
Duitse ITC-onderzoeker Klaus Schreiber in 1985 opnam van de witte ruis op
een televisiescherm dat niet op een zender was afgestemd. De lichtbollen
bouwden zich langzaam op tot gezichten van hem bekende overleden vrienden
en familieleden.
Maar wat zijn deze lichtverschijnselen? Is hier toch sprake van een soort
energievorm bij het instralen van ITC-beelden? Het is echter vreemd
dat recente Japanse onderzoeken geen noemenswaardige hersenaktiviteiten
hebben waargenomen bij psychokinetisch begaafde proefpersonen.
Er bestaan verschillende theorieën over ITC-fenomenen. Is er sprake van
een soort ordenende paranormale "kracht", die net als bij ijzervijlsel op
een stuk papier met een magneet eronder, zich kan groeperen tot iets dat
zichtbaar en herkenbaar is ? (net zoals geluid zich op magnetische
bandrecordertape kan groeperen). Zoiets als de theorie van "morphic
resonance" en "morphic fields" van de bioloog Rupert Sheldrake?
Of zou het bij ITC gaan om spontaan opgevangen beelden uit een soort
holografisch ruimte-tijd continuum, waarin gebeurtenissen uit het verleden
wellicht kwantumfysisch vastgelegd zijn?
Mijn persoonlijke constatering bij deze ITC-verschijnselen, die Leon Stam
met zijn fotocamera opneemt, is dat hij absoluut niet mediamiek begaafd
lijkt te zijn. Datzelfde was ook absoluut niet te bespeuren bij de vele
andere ITC-ers als Ted Serios, Masuaki Kiyota, Klaus Schreiber, George de
la Warr, John Myers, Stella Lansing, Madge Donahue, Sinesio Darnell,
Seymour Locks, Henry Silanov, Joseph Veilleux, dr. Andrew von Salza, Louis
Darget, etc . Het lijkt er op dat dergelijke verschijnselen spontaan
kunnen voorkomen en door toeval bij iemand geconstateerd worden en
wellicht universeel bij iedereen mogelijk kunnen zijn.
HOLOGRAFISCH UNIVERSUM ?
Is ons universum een gigantische hologram? Deze intrigerende theorie is
afkomstig van de kwantumfysicus prof. Craig Hogan. Hij is directeur van
het Fermilab Center for Particle Physics, Illinois V.S. en Hogan uitte in
het januarinummer 2009 van de New Scientist deze opzienbarende hypothese.
Hij bespreekt daarin de resultaten van de GEO-600 experimenten, die sinds
zeven jaar in de buurt van Sarstedt in Duitsland, worden uitgevoerd met
een laserdetector die op zoek is naar zwaartekrachtgolven in het heelal.
Steeds meer kwantumfysische ontdekkingen en theorieën geven ons een beter
begrip van het universum om ons heen. Wel worden ze nog vaak met de nek
aangekeken door de wetenschappelijke orthodoxe mainstream, net als
trouwens parapsychologische ontdekkingen. Zij laten dan het z.g."gezonde
verstand" prevaleren, maar als er nooit wetenschappers waren geweest die
aan dit gezonde verstand hadden getwijfeld, dan konden we de meeste
uitvindingen zoals gloeilampen, radio, televisie, auto's, vliegtuigen,
telefoon, ruimtevaart, computer etc. wel vergeten en woonden we nu nog in
grotten...
Gelukkig wint een nieuwe wetenschappelijke attitude tegenover
kwantumfysische en parapsychologische verschijnselen steeds meer terrein
en dat is maar goed ook, want ze kunnen voor ons inzicht in het omringende
universum erg belangrijk zijn. Oude, conservatieve opvattingen
stroken vaak niet met dergelijk nieuw feitenmateriaal en zij kunnen die
verschijnselen dan ook niet objectief verklaren.
Het was de Nobelprijswinnaar prof. Max Planck, grondlegger van de
kwantumfysica, die meende: "Nieuwe wetenschappelijke waarheden triomferen
niet door tegenstanders daarvan het licht te laten zien, maar eerder omdat
deze sceptici op den duur uitsterven en een nieuwe generatie ermee
opgroeit, die ze als heel normaal accepteert".
De voornoemde holografische theorie was reeds lang geleden door een
leerling van Einstein, prof. David Bohm geopperd. In 1982 kreeg deze
theorie support door de Franse fysicus prof. Alain Aspect, die in Parijs
aantoonde dat subatomaire deeltjes, waar ons universum uit bestaat, een
onmiskenbare holografische eigenschap bezitten. Hij bewees dat deze
deeltjes (electronen) ogenblikkelijk met elkaar kunnen communiceren
ondanks de afstand en de lichtsnelheid, hoe ver ze ook uit elkaar
verwijderd worden. Men noemt dit wel non-lokale kwantumverstrengeling
oftewel "entanglement".
Dit fenomeen is waarschijnlijk ook werkzaam bij het parapsychologische
verschijnsel telepathie, waar ook op hetzelfde ogenblik iemands gedachte
communiceert met de gedachte van een ander, ongeacht de afstand en soms
sneller dan de lichtsnelheid. Mogelijk geldt dit zelfde principe tevens
bij helderziendheid.
Ook de Nederlandse Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft en de fysicus Leonard
Susskind kwamen in 1993 met de theorie dat dit holografische principe van
toepassing zou kunnen zijn op ons universum; dat onze dagelijkse
ervaringen en bezigheden een soort driedimensionale projectie zouden
kunnen zijn van processen die ergens in een andere dimensie plaatsvinden.
Hooft en Susskind veronderstelden dat er aan het einde van de kosmos een
rand of grens bestond, waar alles overging in een andere dimensie.
De fysicus prof. Bohm van de Universiteit van Londen lijkt langzaamaan
posthuum gelijk te krijgen: hij stond achter de theorie dat ons zo
tastbare universum slechts een holografische fantasiebeleving is, een
gigantisch gedetailleerd hologram, dat mogelijk in verbinding staat met
een andere dimensie.
Samen met de Stanford neuroloog prof.Karl Pribram kwam hij tot de theorie
dat onze hersenen of ons bewustzijn op dezelfde manier holografisch
informatie kunnen verwerken.
Nieuwe ITC- en EVP-theorie
Het lijkt er sterk op dat zowel ITC- als EVP-verschijnselen
enige verwantschap met elkaar hebben.
Bij ITC is sprake van visuele paranormale "gedachtenbeelden" van
gebeurtenissen of objecten, die zowel analoog als digitaal op foto of film
zichtbaar kunnen worden gemaakt. Deze gedachtenbeelden zijn vooralsnog van
onbekende herkomst, maar het lijkt hier te gaan om helderziende
impressies, die zeer realistisch kunnen zijn, maar ook vaak enigszins
vervormd zijn of zelfs kunnen lijken op illustraties.
Zij lijken in een eerste fase te ontstaan uit bolvormige of flardenachtige
lichtverschijnselen. De indruk wordt vaak gewekt dat er achter deze
ITC-beelden een boodschap, m.a.w. een intelligent en communicatief doel
zit.
Daarom dekt de term ITC: Instrumentele Trans Communicatie de lading beter
dan "gedachtenfotografie". Het lijkt er sterk op dat onze 20e eeuwse
analoge of digitale apparatuur "iets" kan registreren. Wat dat iets is
dient in ieder geval veel beter onderzocht te worden, dan het tot nu toe
spaarzaam werd gedaan. Want het kan ons veel leren over de interactie die
er blijkbaar mogelijk is tussen onze objectief registrerende apparatuur en
een zijnsgebied, dat wij nog niet kennen en dat mogelijk van
kwantumfysische, holografische aard is.
Bij EVP is sprake van auditieve paranormale "gedachten in taalvorm", die
zowel analoog als digitaal hoorbaar kunnen worden gemaakt. De herkomst
daarvan lijkt op basis van de verstaanbare EVP-mededelingen in eerste
instantie het hiernamaals te zijn, maar ook tussengebieden tussen leven en
dood lijken voor te komen, al of niet tijdens de slaap, droom- of
comafase.
Bij ITC-verschijnselen was de aanvankelijke theorie dat dit een vorm van "gedachtenfotografie"
moest zijn, waarbij in de hersenen gevormde gedachtenbeelden
psychokinetisch op foto of film zouden worden geprojecteerd. Dit klopt
niet met het feit dat deze op foto's verkregen ITC-beelden als volkomen
onbekend worden ervaren door de ITC-ers zelf. Ze lijken eerder spontane
visuele helderziende impressies zijn, zoals ook paragnosten onbekende
visuele beelden op hun netvlies zien. De herkomst daarvan zou wederom het
hiernamaals kunnen zijn of een tussengebied tussen onze dimensie en een
andere dimensie. Ook is het mogelijk dat zij voor een deel afkomstig zijn
uit onze eigen "holografische" dimensie, waar beelden van gebeurtenissen
ingeprint lijken te zijn.
Zowel voor ITC- als EVP-verschijnselen geldt dat ze niet direkt herkend
worden als eigen gedachten. Ook de opgenomen EVP-mededelingen vertonen een
"ik-vreemd" karakter en zijn niet herkenbaar als bewuste of onderbewuste
taalkundige zinnen, die de hersenen zouden projecteren. Een "animistische
hypothese", die prof. Hans Bender voor EVP-verschijnselen naar voren
bracht, gaat hier dus niet op. Prof. T.Fukurai dacht w.b. gedachtenfoto's
aan een combinatie van eigen gedachten en gedachtenbeelden uit het
hiernamaals.
Uit mijn eigen DNG/EVP-onderzoek en het ITC-onderzoek van Leon Stam is
gebleken dat deze verschijnselen iets te maken moeten hebben met het in
beweging brengen van golfdeeltjes. Bij DNG/EVP zijn dat auditieve "noise-deeltjes"
en bij ITC visuele "pixels". Aangezien ons zien en horen gebaseerd zijn op
zintuigelijke waarnemingen van trillingen, golfpatronen en frequenties,
ligt hier de bron van deze verschijnselen. Blijkbaar worden die trillingen
dusdanig gemanipuleerd of getransformeerd dat onze hersenen ze ervaren als
duidelijk herkenbare stemmen en beelden, die niet afkomstig zijn uit de
normale zichtbare en hoorbare frequenties, maar uit een ander gebied, dat
mogelijk een kwantumfysische verstrengeling vertoont.
Beide verschijnselen hebben te maken met lichtgolven (ITC) en luchtgolven
(EVP), die wellicht kwantumfysisch en paranormaal aangepast of
getransformeerd kunnen worden in onze eigen dimensie of vanuit de ons
omringende dimensie(s). Mijn conclusie is dat het genereren van deze
luchttrillingen (noise) duidelijk hoorbare communicaties tot stand kan
brengen en het genereren van lichttrillingen ( b.v. watermoleculen)
duidelijk zichtbare beelden tot stand kan brengen.
Dat watermoleculen mentaal beinvloedbaar lijken te zijn is geconstateerd
bij het onderzoek van de Japanner dr. Masaru Emoto, hoewel deze
experimenten eigenlijk niet reproduceerbaar zijn omdat geen twee
watermoleculen hetzelfde zijn. Maar afgezien daarvan zijn de opnames
merkwaardig. Het lijkt erop dat hier soms sprake is van ITC-effecten.
Als bij de bak water een Koreaans liedje werd afgespeeld, waarin 2
geliefden voorgoed afscheid van elkaar nemen, dan vervormde de
watermolecuul tot een soort hart, waarin 2 menselijke gedaanten te zien
waren. Bij de teksten "idioot!" en "ik vermoord je!" werden de kleuren
donkerder en was er een soort gezicht en een gedaante te zien. Bij lieve
teksten en sommige klassieke muziek waren de watermoleculen lichter van
kleur en mooier van vorm.
Tenslotte is als eindconclusie voor het registreren van deze ITC- en
EVP-verschijnselen blijkbaar niet een specifieke mediamieke of
psychokinetische begaafdheid noodzakelijk, eerder een soort
katalysator-functie, die kan ontstaan door pure nieuwsgierigheid of
interesse. Het lijkt erop dat vrijwel iedereen dergelijke verschijnselen
kan oproepen. Dat is althans mijn persoonlijke ervaring en overtuiging.
Hans Kennis en Leon Stam, copyright 2010-2015
|